Benchmark akkerbouw 2016
Nu vrijwel alle akkerbouwproducten van oogst 2016 zijn verkocht en gefactureerd, kunnen wij de balans op maken ten aanzien van de geleverde technische en financiële prestatie (Benchmark) van akkerbouwbedrijven over oogstjaar 2016.
|
Waarom normen?
Om deze Benchmark mogelijk te maken gebruikt ons pakket normen. Daarmee worden de daadwerkelijk gemaakte toegerekende kosten verbijzonderd naar de verschillende gewassen. Zo ontstaan er gewassaldi, die per bedrijf in de database vastgelegd worden.
|
Geen normen in de Benchmark
De Benchmark haalt de gemiddelde gewasprestaties van alle vergelijkingsbedrijven op uit onze database. Deze gemiddelde gewassaldi worden vervolgens vermenigvuldigd met het bouwplan van het onderzochte akkerbouwbedrijf. Zo ontstaan een klantspecifieke Benchmark, met echte bedrijfsresultaten.
|
Per landbouwgebied
De normen zijn ingebracht per landbouwgebied, te weten:
|
-
|
Zuidwestelijke klei
|
-
|
Noord-Hollandse klei
|
-
|
Centrale klei
|
-
|
Noordelijke klei
|
-
|
Noordoostelijk zand
|
-
|
Zuidoostelijk zand
|
-
|
Veengronden
|
Uitzondering
Bevat de database minder dan 5 bedrijfsresultaten, dan geeft de Benchmark geen resultaten terug. Enerzijds vanwege de betrouwbaarheid van zo weinig resultaten en anderzijds om privacy redenen. In dat geval toont onze software de ingebracht gewasnormen als Benchmark.
Voordeel daarvan is dat dan de gewasresultaten nog steeds vermenigvuldig kunnen worden met de oppervlakte per gewas, zodat het sectorresultaat berekend kan worden.
|
Nieuw: Benchmark niet-toegerekende kosten o.b.v. standaard verdiencapaciteit
Akkerbouwbedrijven verschillen enorm qua grootte en intensiteit van het bouwplan. Dat maakt het Benchmarken van de niet-toegerekende kosten niet makkelijk.
Omdat de behoefte aan vergelijkingscijfers toch groot is, leggen wij vanaf de vorige versie (vrijwel) alle niet-toegerekende kosten per bedrijf vast in de database, op basis van hun standaard verdiencapaciteit*.
De Benchmark berekent het gemiddelde van deze vastgelegde kengetallen en vermenigvuldigt die met de standaard verdiencapaciteit* van het onderzochte akkerbouwbedrijf. Daarmee krijgen wij een redelijk tot goede vergelijking met de groep, klantspecifiek gemaakt voor de grootte en intensiteit van het bouwplan van de klant.
|
* Standaard verdiencapaciteit
Sinds 2014 gebruikt de overheid de Standaard Verdiencapaciteit (SVC) voor onderzoek en statistische doelen. Het aantal SVC’s van een agrarisch bedrijf zegt iets over de omvang van een bedrijf. Deze grootte wordt met de SVC’s uitgedrukt in toegevoegde waarde. De toegevoegde waarde geeft adviseurs een goede indicatie of, gemiddeld over de jaren, uit het bedrijf een voldoende hoge vergoeding komt voor ingezette arbeid en kapitaal.
|
|
Nog geen licentie?
Bekijk de mogelijkheden hier en/of vraag een offerte aan via ons contactformulier of bel 0186-622 220!
|